mei

Dag toekomst

Mijn advocaat kon een korte nies niet onderdrukken tijdens zijn bezoek vanmiddag. Als vanzelf zei ik ‘Gezondheid!’, en ik merkte pas dat ik daar een ‘dank u’ op had verwacht toen die niet kwam. Erg professioneel legde hij zijn telefoon op tafel en haalde hij de map boven met mijn familienaam erop. Met een papieren zakdoekje veegde hij de onzichtbare niesdruppels van zijn neus.

Deze advocaat is de tweede die zich bij me aandient. De eerste, Léonie Kestemont was haar naam, had naar eigen zeggen wat te weinig ervaring met zaken van deze omvang, en liet daarom de verdere opvolging over aan een confrater binnen hetzelfde kantoor. Nochtans had ze wel mijn vertrouwen. Jong en klein van stuk, maar pittig en correct. Iemand die zei waar het op stond en zo eerlijk was om te beloven ergens op terug te komen als ze niet zeker was. Tijdens onze laatste consultatie vertelde ze me dat meester Verdurmen de volgende keer langs zou komen, en ze wenste me verder alle succes.

Zonder reden ging ik ervan uit dat meester Verdurmen ook een vrouw was, maar hier is hij dan. Met zijn uitstekende jukbeenderen, effen hemd met twee knoopjes los langs zijn lange hals, komt hij op duur uitziende blauwe lederen schoenen de krappe bezoekersruimte binnen, aktentas onder de arm. Ik wilde hem nog waarschuwen voor de deurstijl, maar hij is het duidelijk gewend hiervoor uit te kijken en buigt zijn hoofd een paar centimeter. Hij neemt plaats tegenover me.

Hij is hier omdat de zaak in hoger beroep over twee maanden wordt gepleit. Dat hebben ze op kantoor inhoudelijk voorbereid, maar hij overloopt alles nog eens met mij. Welke elementen kunnen tot strafvermindering leiden? Zijn er fouten gemaakt tijdens het strafproces in eerste aanleg? Waar zal de verdediging mee komen? We nemen alles nog eens onder de loep, zegt hij. We overlopen alles samen en ik voel me op hetzelfde denkniveau als deze goed opgeleide advocaat met ambitie. Een professional die zijn persoonlijke mening niet laat doorschemeren. Maar die professional ben ik niet meer. Ik ben nu gereduceerd tot een crimineel die een gevangenisstraf tot een kwarteeuw in de ogen kijkt.

Dat monster, toekomst, ben jij dat echt? Ik kan het niet aan die gedachte zelfs maar vorm te geven. Daarom ga ik mee in de voorbereiding van Verdurmens pleidooi. Het geeft me iets omhanden, het maakt dat ik nog kan streven naar iets wat ik als ‘toekomst’ kan beschouwen.

Mijn toekomst, mijn strohalm.

Britt O.


Plaats een reactie