28 oktober. Lockdown 2.0, mogen we wel zeggen. Bovendien: strikte quarantaine hier, met bestrafbaar Verbod de Woning te Verlaten.
Ik krijg een Russisch mailtje met de uitnodiging om voor 70 euro Russische boeken te bestellen, dan wordt het pakket gratis verzonden. Ik klik door. Laat mijn blik glijden naar de reisboeken. Рим (Rome), dat dit jaar in het water viel, Нижный Новгород (Nizhni Novgorod) en wijde omgeving, waar ik nooit was maar natuurlijk wel zou willen zijn. Wegenatlassen ook en zelfs planetenkaarten, en een kaart van de Moskouse metro. Moskou planden we precies een jaar geleden, toen het woord corona alleen maar ooit was gevallen als betekenis voor ‘kroon’ – het virus bestond blijkbaar wel al, zoals er zo veel bestaat dat we niet kennen, maar letterlijk geen hond die er ooit van had gehoord, op zeer gespecialiseerde virologen na dan, die ook niet konden vermoeden hoe het ons allemaal de mond zou snoeren, inpakken, frustreren, vleugellam maken.
In dit reismenu vind ik ook literair werk: Nikolaj Karamzins Письма русского путешественника (Brieven van een Russische reiziger) zie ik. Emmanuel Waegemans’ vertaling heb op mijn plank staan. Verder: een bundeling verhalen van schrijvers die iets hebben met welbepaalde plaatsen. Крым (de Krim).
Die bestelling plaatsen is misschien toch een daad van grootheidswaanzin. Met boekenprijzen van vijf tot zeven euro per stuk zou hier een pakket van ettelijke kilo’s onze voordeur bereiken, een kleine tien boeken dik. Als ik het doe, dan met nog een detective erbij en wat andere stukken die in staat zijn een mens in vervoering te brengen, zoals poëzie.
Wat het ook wordt met die bestelling: doen of niet, het doet allemaal dromen. Dromen van anders, dromen van vroeger, dromen van later, mijmeren over wat zo evident was en nu niet meer kan, zonder te weten wanneer het weer zal kunnen.
Corona. Lockdown. Godverdomse quarantaine. Het is me wat.
***
