Een druilerige augustusdonderdag, met niks dan grijze wolken in het vooruitzicht: de wekker om zeven uur en op naar de job. Tegenzin is het niet, maar volle goesting toch ook niet. Van de gemaakte afspraken is er een die niet bevestigde. Hij zoekt werk en het is mijn taak hem daarbij te helpen, dat wil ik graag doen, maar als het te veel gevraagd is een voorgestelde afspraak even te willen bevestigen, dan stel ik me vragen bij zijn inzet.

Dan, plots, hoor ik de eerste tonen van een liedje dat me altijd blij maakt. De melodie is zo herkenbaar dat ik meteen meedoe vanaf de eerste klanken, daar op de derde rijstrook ergens tussen thuis en werk. Ik luister nog wat aandachtiger naar wat Jonny Cash nu eigenlijk zingt in zijn Ring of Fire en vraag me weer af wat het nu is, dat me zo vrolijk maakt.

Er zijn wel een paar verklaringen voor. De eerste is een herinnering. Een paar jaar geleden, op een warme zomerdag op een groot plein in een mooie stad, toonde een straatkunstenaar zich van zijn beste kant op dit nummer: hij liet vuurringen ronddraaien, sprong erdoorheen, liet ze omhoog vliegen en als een boemerang weer terugkomen. Ik vond het indrukwekkend en maakte samen met de kinderen deel uit van het kringetje mensen dat er met grote ogen naar stond te kijken. Nu hoop ik maar dat ik die artiest toen een centje heb toegeworpen. Ik heb vaak aan dit moment teruggedacht en aan de sfeer waarbij ik in de warme stad in volle zomervakantie, dit mooie, hartverwarmend tafereel trof.

Een andere verklaring voor het sprongetje dat mijn hart maakt, kan gewoon liggen in het sappige, bijna platte Amerikaans dat Cash hier ten berde brengt. And it burns, burns, burns… the ring of fire…, zijn nasale stem gecombineerd met dat herhaalde melodietje dat niet zo ingewikkeld in elkaar lijkt te zitten en wellicht daarom extra blijft hangen: heerlijk!

Ook kan het liggen aan het feit dat het eigenlijk een heel mooi liefdesliedje is, niet zeemzoet, wel lichtjes opzwepend zoals de straatkunstenaar daar op het plein, en in een vlotte cadans, die een ode brengt aan een warme, blijvende liefde.

Dat dus voor wat betreft Johnny Cash’ liedje, dat stamt uit een jaar waarin nog lang geen sprake was van mij.

Wat me écht treft bij de plotse blijdschap die me zo overvalt, is de vreugde die de radio kan brengen en het verrassingseffect dat je zo maar cadeau krijgt op zo’n ochtend met niks dan grijze weersbeloften en weinig animo in het vooruitzicht. De radio weet als geen ander medium dit effect te bereiken, omdat je tegelijk met iets anders bezig bent. Dat andere is eigenlijk je hoofdbezigheid maar de radio neemt je mee.

Een andere keer, rond Nieuwjaar, was ik bijna thuis toen ik Joke Van Leeuwen hoorde, tot voor kort een nobele onbekende voor mij en die ik bij toeval ontdekte bij de ‘aanraders’ in de plaatselijke bibliotheek. Ik genoot daarna intens van haar prachtige boek De onervarenen, en nu hoorde ik haar een ontroerende en treffende nieuwjaarswens uitspreken. Vóór verdraagzaamheid en samenhorigheid in een maatschappij waar die waarden soms ver zoek lijken. Toen ik het mooie citaat terug opzocht, ontdekte ik nog meer pareltjes van haar.

Of die keer toen ik in de woonkamer probeerde wat orde te scheppen en ik plots een verre vriend hoorde van wie ik jarenlang niks hoorde. Hij legt een getuigenis af over zijn wedervaren met een telefoonmaatschappij. Ik vraag me af hoe het nu met hem zou zijn, er komen plots een heleboel herinneringen naar boven aan die vroeger tijden. Niet wat hij vertelt over zijn telefoonperikelen blijft bij, wel dat hij daar plots uit mijn geluidsinstallatie, mijn woonkamer kwam binnengewandeld.

De herinneringen aan het woelige milieuactivisme uit de jaren negentig die Midnight Oil met hun ‘Burning Beds’ naar boven brengt, het beeld dat Tina Turner weet op te roepen met haar ‘Simply the best’: wie is voor mij de beste? Vriend? Vriendin? Eega? Loopmaatje? Auteur? Er zijn veel ‘besten’ aan wie ik dit nummer zou kunnen opdragen!

Ik ken maar één medium dat al die verrassingen, beelden en onverwachts opgerakelde herinneringen teweegbrengt. De trouwe vriend die ik in de buurt heb, maar die ik, wanneer ik dan weer even behoefte heb aan stilte, met een simpele druk op de knop ook vriendelijk het zwijgen kan opleggen. En weer kan aanzetten als ik er zin in heb.

Om al die redenen breng ik graag een ode aan die onomstotelijke, onmisbare en onvervangbare radio.


Plaats een reactie